Tekst: Walter Tempelman
De enige crossmintonvereniging van Nederland huist in Arnhem en is gelieerd aan korfbalclub ECKA. Crossminton? Wat is dat? Een reportage over een relatief onbekende racketsport.
Een korte, fluitende toon verraadt dat er wedstrijden crossminton bezig zijn in sportcentrum Valkenhuizen. Het geluid wordt voortgebracht door een kleinere en zwaardere shuttle dan in badminton. Deze zogenoemde speeder zoeft op meerdere velden tegelijkertijd door de lucht.
Hier, op het Dutch Open, spelen enkele van ‘s werelds beste crossmintonners tegen elkaar: een razendsnelle racketsport met een mini-squashracket op een tennisbaan zonder net.
De sport, begin deze eeuw bedacht door de Duitser Bill Brandes, wordt in Nederland vooral beoefend in Arnhem, waar het werd opgepikt vanuit korfbalvereniging ECKA. ,,Met een groep ouders van jonge korfballers deden we mee aan het programma KombiFit”, zegt Ron Stokkink (60), samen met zijn vrouw Jolanda Keultjes toernooiorganisator van het Dutch Open.
Je kunt het overal spelen, hè. In het park, op een pleintje. Je hoeft geen baan te huren
Ron Stokkink (60)
,,We deden veel verschillende sporten om fit te blijven. Van traditionele sporten als tennis tot gekkere dingen als knotshockey. Daar zat ook speedminton bij, de voorloper van crossminton en het merk waar de sport uit is voortgekomen. Dat vonden de meesten zo leuk dat we uiteindelijk een vereniging zijn begonnen.”
Geen net
Crossminton wordt gespeeld op één lengtehelft van een tennisveld. De speler slaat de speeder op in het speelvak dat van de serviceline tot de baseline loopt. De speeder moet aan de overkant in eenzelfde vak belanden om punten te scoren. Er is geen net, waardoor de zware shuttle ook laag langs de grond kan worden geslagen en er razendsnelle rally’s kunnen ontstaan.
Een brandende ambitie om snel te groeien en een heel grote sport te worden, zoals padel, is er niet. In Nederland althans niet. ,,Onze vereniging in Arnhem telt nu zo’n dertig leden. Daar kan zeker nog hetzelfde aantal bij. We hebben aan dit toernooi ook een clinic gekoppeld”, zegt Stokkink.
,,Het gaat erom dat we mensen in beweging krijgen. Dat kan met deze laagdrempelige sport heel goed. Je kunt het overal spelen, hè. In het park, op een pleintje. Je hoeft geen baan te huren. Beschouw ons als het kleine broertje van padel, zonder commerciële bijbedoelingen. Mijn plan is om bijvoorbeeld tennisverenigingen die het geld niet hebben om een padelbaan aan te leggen te interesseren voor crossminton.”
Wereldkampioen
In Nederland zijn (nog) geen spelers van wereldklasse. Die zijn wel te vinden in Oost-Europa, Duitsland, Japan én Frankrijk. Zoals Jasmina Keber uit Slovenië, de nummer één van de wereld, ook van de partij bij de Dutch Open in Arnhem. Evenals de 22-jarige nummer zeven van de wereld, Guénolé Coiffard, die zich helemaal richt op de sport.
,,Ik ben een student fysiotherapie en heb een tussenjaar genomen om naar veel internationale toernooien te reizen en punten te verdienen. Ik verdien er vrijwel niks mee, maar ik wil echt proberen wereldkampioen te worden.”
Wellicht dat Coiffard volgend jaar weer in Arnhem is te bewonderen op het Europees kampioenschap. De internationale bond is namelijk dermate onder de indruk van de locatie en de goede organisatie dat zij Stokkink en zijn vrouw hebben verzocht zich kandidaat te stellen voor dat toernooi. Stokkink: ,,Heel leuk, maar dat moeten we wel aankunnen, dus daar gaan we even goed over nadenken.”

Lees het originele artikel van De Gelderlander hier.
Read the article in English here.